aanzochten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanzochten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·zoch·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzoeken |
aanzochten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanzoeken
- ...dat wij aanzochten.
- ...dat jullie aanzochten.
- ...dat zij aanzochten.
- ...dat wij aanzochten.