aantone
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- aan·to·ne
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantonen |
aantone
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aantonen
- ... dat men aantone.
vervoeging van |
---|
aantonen |
aantone