aantastte
- aan·tast·te
vervoeging van |
---|
aantasten |
aantastte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aantasten
- ... dat ik aantastte.
- ... dat jij aantastte.
- ... dat hij, zij, het aantastte.
- ... dat ik aantastte.
- Het woord aantastte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.