aantast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·tast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantasten |
aantast
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantasten
- ... dat ik aantast.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantasten
- ... dat jij aantast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantasten
- ... dat hij aantast.
Gangbaarheid
- Het woord 'aantast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.