aanstroomde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstroomde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·stroom·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanstromen |
aanstroomde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanstromen
- ... dat ik aanstroomde.
- ... dat jij aanstroomde.
- ... dat hij, zij, het aanstroomde.
- ... dat ik aanstroomde.
Gangbaarheid
- Het woord aanstroomde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.