aanstromen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstromen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·stro·men
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan bw en stromen ww
Werkwoord
aanstromen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstromen |
stroomde aan |
aangestroomd |
zwak -d | volledig |
- van water of een andere vloeistof dat deze naar de spreker toestroomt
- ▸ Uit het dichtst van het bos, waar nog sneeuw lag, kwam het water nauwelijks hoorbaar in kleine, kronkelende beekjes aanstromen.[2]
- (figuurlijk) van een mensenmassa dat deze naar de spreker toestroomt; in grote aantallen aankomen
- (waterbeheer) door stromen een gat dichten
Synoniemen
- [1] toestromen
- [2] aankomen, naderen, toestromen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aanstromen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal