aanstiefelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstiefelde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstifəldə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·stie·fel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanstiefelen |
aanstiefelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanstiefelen
- ... dat ik aanstiefelde.
- ... dat jij aanstiefelde.
- ... dat hij, zij, het aanstiefelde.
- ... dat ik aanstiefelde.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanstiefelde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.