aanstiefel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstiefel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstifsəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·stie·fel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanstiefelen |
aanstiefel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstiefelen
- ... dat ik aanstiefel.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanstiefel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.