aanschrijdt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschrijdt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansxrɛit / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·schrijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschrijden |
aanschrijdt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschrijden
- ... dat jij aanschrijdt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschrijden
- ... dat hij aanschrijdt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanschrijdt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.