Naar inhoud springen

aanklotste

Uit WikiWoordenboek
  • aan·klots·te
vervoeging van
aanklotsen

aanklotste

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanklotsen
    • ... dat ik aanklotste. 
    • ... dat jij aanklotste. 
    • ... dat hij, zij, het aanklotste.