aanhorigheidje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhorigheidje (hulp, bestand)
- IPA: / anˈhorəxhɛicə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ho·rig·heid·je
Zelfstandig naamwoord
het aanhorigheidje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhorigheid
Gangbaarheid
- Het woord 'aanhorigheidje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.