aanhechtinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhechtinkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhɛxtɪŋkjə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·hech·tin·kje
Zelfstandig naamwoord
het aanhechtinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanhechting
Gangbaarheid
- Het woord 'aanhechtinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.