aaneenhechtinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aaneenhechtinkje (hulp, bestand)
- IPA: / anˈenhɛxtiŋkjə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·een·hech·tin·kje
Zelfstandig naamwoord
het aaneenhechtinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aaneenhechting
Gangbaarheid
- Het woord 'aaneenhechtinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.