aanbetale
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·be·ta·le
Woordherkomst en -opbouw
- aanbetalen ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbetalen |
aanbetale
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanbetalen
- ... dat men aanbetale.