ačkoliv
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /atʃkɔlɪf/
Woordafbreking
- ač·ko·liv
Woordherkomst en -opbouw
Voegwoord
ačkoliv
- hoewel, ofschoon
- «Ačkoliv se celý rok učil, známky na vysvědčení má podprůměrné.»
- Hoewel hij het hele jaar (door) leerde, had hij op zijn rapport cijfer onder het gemiddelde.
- «Ačkoliv se celý rok učil, známky na vysvědčení má podprůměrné.»