USB-opladers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: USB-opladers (hulp, bestand)
- IPA: /yʔɛsˈbeʔɔpladərs/
Woordafbreking
- USB-op·la·ders
Woordherkomst en -opbouw
- USB-oplader met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de USB-opladers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord USB-oplader
- De USB-opladers van derden zijn volgens Apple niet altijd goed ontworpen en kunnen daardoor veiligheidsrisico's met zich meebrengen, iets wat uit recente incidenten zou blijken. [1]
Schrijfwijzen
Opmerkingen
- Omdat de afkorting "USB" steeds meer in het spraakgebruik voorkomt, is de spelling met kleine letters "usb" ook verdedigbaar geworden.[2]
- De spelling is "USB-opladers" met een koppelteken "-" vanwege spellingregel 6.H.
Gangbaarheid
- Het woord 'USB-opladers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.