Zoekresultaten

  • Geluid:  afvijlend    (hulp, bestand) af·vij·lend afvijlend onvoltooid deelwoord van afvijlen...
    125 bytes (12 woorden) - 19 jun 2018 01:55
  • Geluid:  afvijlende    (hulp, bestand) af·vij·len·de afvijlende verbogen vorm van afvijlend, het onvoltooid deelwoord van afvijlen Het woord 'afvijlende' staat...
    199 bytes (31 woorden) - 17 okt 2019 09:37
  • Geluid:  afvijl    (hulp, bestand) af·vijl afvijl (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen ... dat ik afvijl.  Het woord...
    189 bytes (33 woorden) - 22 jun 2018 10:30
  • Geluid:  afvijlen    (hulp, bestand) af·vij·len samenstelling van  af bw  en  vijlen ww  afvijlen met een soort rasp ergens materiaal vanaf halen Ook zou...
    2 kB (297 woorden) - 29 jun 2018 23:32
  • Geluid:  afgevijld    (hulp, bestand) af·ge·vijld vervoeging van afvijlen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...
    240 bytes (32 woorden) - 20 jun 2018 09:53
  • tijd van afvijlen Ik vijl af.  gebiedende wijs van afvijlen Vijl af!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen Vijl je af...
    241 bytes (62 woorden) - 22 jun 2018 10:54
  • van afvijlen Jij vijlt af.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen Hij vijlt af.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvijlen Vijlt...
    244 bytes (62 woorden) - 22 jun 2018 10:55
  • tegenwoordige tijd van afvijlen ... dat jij afvijlt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvijlen ... dat hij afvijlt.  Het...
    190 bytes (46 woorden) - 22 jun 2018 10:30
  • Geluid:  vijlde af    (hulp, bestand) vijl·de af vijlde af enkelvoud verleden tijd van afvijlen Ik vijlde af.  Jij vijlde af.  Hij, zij, het vijlde af. ...
    125 bytes (26 woorden) - 28 mei 2020 16:51
  • af·ge·vijl·de afgevijlde verbogen vorm van afgevijld, voltooid deelwoord van afvijlen Het woord 'afgevijlde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van...
    208 bytes (30 woorden) - 30 okt 2019 18:37
  • bestand) af·vijl·de afvijlde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvijlen ... dat ik afvijlde.  ... dat jij afvijlde.  ... dat hij, zij, het afvijlde...
    197 bytes (40 woorden) - 22 jun 2018 10:30
  • bestand) af·vijl·den afvijlden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afvijlen ...dat wij afvijlden.  ...dat jullie afvijlden.  ...dat zij afvijlden. ...
    197 bytes (38 woorden) - 22 jun 2018 10:30
  • nog andere woorden staan vijlen (...) af meervoud tegenwoordige tijd van afvijlen Het woord vijlen af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
    252 bytes (40 woorden) - 22 jun 2018 10:55
  • kunnen nog andere woorden staan vijlden (...) af meervoud verleden tijd van afvijlen Wij vijlden af.  Jullie vijlden af.  Zij vijlden af.  Het woord vijlden...
    255 bytes (49 woorden) - 22 jun 2018 10:55
  • lettergrepen) ras·pen afleiding van rasp raspen (kookkunst) met een rasp afvijlen en fijnmaken ▸ In de supermarkt vind je veel ‘Italiaanse’ kaassnippers...
    2 kB (240 woorden) - 29 jan 2024 20:48
  • (o.t.t.t.) zal afvijlen zult/zal afvijlen zult/zal afvijlen zult afvijlen zal afvijlen zullen afvijlen zullen afvijlen zullen afvijlen voorwaardelijk...
    207 bytes (0 woorden) - 19 jun 2017 04:31
  • afvechten afvegen afvellen afvenen afvergen afvertellen afverven afvezelen afvijlen afvijzen afvillen afvinken afvissen afvlaggen afvlakken afvleien afvlekken...
    18 kB (712 woorden) - 26 apr 2024 12:42