stortte: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HydrizBot (overleg | bijdragen)
k Robot: opschonen van oude interwikilinks
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 6: Regel 6:
{{-verb-|0}}
{{-verb-|0}}
{{ovt-enk|storten}}
{{ovt-enk|storten}}
{{citeer|boek|jaar=2018|auteur=Tim Voors|titel=Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada|uitgave=eBook: Mat-Zet bv, Soest|uitgever=Fontaine Uitgevers|taal=nl|citaat= Hij concentreerde zich op het maken van taco’s en ik stortte me op een spinaziesalade, vol noten, geitenkaas en kip.}}
{{refs}}

Huidige versie van 25 aug 2020 om 11:53

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stort·te

Werkwoord

vervoeging van
storten

stortte

  1. enkelvoud verleden tijd van storten
    • Ik stortte. 
    • Jij stortte. 
    • Hij, zij, het stortte. 
     Hij concentreerde zich op het maken van taco’s en ik stortte me op een spinaziesalade, vol noten, geitenkaas en kip.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia