-cidium

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het werkwoord caedĕre (houwen, slachten, doden) met het achtervoegsel -ium.

Achtervoegsel

-cīdĭum

  1. vormt zelfstandige naamwoorden die het doden van de persoon of ding, aangegeven door de eerste component van het woord, betekenen.
    «hŏmo → hŏmĭcīdĭum»
    mens → doodslag, moord
    «păter → parrĭcīdĭum»
    vader → vadermoord, landverraad, heiligschennis