zweetband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweet·band
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zweet zn en band zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweetband | zweetbanden |
verkleinwoord | zweetbandje | zweetbandjes |
Zelfstandig naamwoord
de zweetband m
- band om pols of voorhoofd waarmee men zich het zweet kan afdeppen
- ▸ Goed nieuws voor mensen die compleet in paniek raken van trainingsbroeken en zweetbanden. Ineens is álles sporten.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord zweetband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Alles is sport” (23-08-2017), Tubantia