zweefmoment
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zweefmoment (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwefmoˌmɛnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zweef·mo·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweefmoment | zweefmomenten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zweefmoment o
- korte periode dat iets of iemand vrij door de lucht beweegt
- ▸ Zo koos hij er veiligheidshalve voor een van de moeilijke dubbele zweefmomenten achterwege te laten. Door in die finale wel dat dubbele vluchtelement te tonen, kan de Fries zijn kansen aanzienlijk vergroten.[2]
- tijd dat alle voeten van de vloer zijn tijdens het rennen of springen
- ▸ "Zenith sprong zo goed. Zo goed dat hij misschien wel te hoog over de hindernissen sprong. Door die hoge zweefmomenten was hij langer in de lucht dan andere paarden. Misschien dat we daardoor twee honderdsten te langzaam waren."[3]
Gangbaarheid
- Het woord zweefmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zonderland, Van Gelder en Deurloo naar olympische finale” (07-08-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Net niet: de twee honderdsten van Jeroen Dubbeldam” (27-12-2016), NOS