zwaaiende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwaai·en·de
Werkwoord
vervoeging van: | zwaaien |
zwaaiende
- verbogen vorm van zwaaiend, het onvoltooid deelwoord van zwaaien
Bijvoeglijk naamwoord
zwaaiende
- verbogen vorm van de stellende trap van zwaaiend