zuidoostflank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zuid·oost·flank
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zuidoost en flank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidoostflank | zuidoostflanken |
verkleinwoord | zuidoostflankje | zuidoostflankjes |
Zelfstandig naamwoord
- de flank die in het zuidoosten gelegen is.
- Op de zuidoostflank van de berg verwacht men morgen sneeuw.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zuidoostflank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.