zottebolt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zot·te·bolt

Werkwoord

vervoeging van
zottebollen

zottebolt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zottebollen
    • Jij zottebolt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zottebollen
    • Hij zottebolt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zottebollen
    • Zottebolt!