zottebolt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zot·te·bolt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zottebollen |
zottebolt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zottebollen
- Jij zottebolt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zottebollen
- Hij zottebolt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zottebollen
- Zottebolt!