zong uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zong uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitzingen |
zong (...) uit
- enkelvoud verleden tijd van uitzingen
- Ik zong uit.
- Jij zong uit.
- Hij, zij, het zong uit.
- Ik zong uit.
vervoeging van |
---|
uitzingen |
zong (...) uit