ziet scheel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziet scheel
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
scheelzien

ziet (…) scheel

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien
    • Jij ziet scheel. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheelzien
    • Hij ziet scheel. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van scheelzien
    • Ziet scheel! 

Gangbaarheid