zielenzorg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·len·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zielenzorg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zielenzorgv / m

  1. (religie) de zorg voor het religieuze welbevinden van gelovigen; pastorale, herderlijke zorg
     Voor het ”zielenzorg-reuzenrad” in Wittenberg is geen apart kaartje meer nodig. De organisatie van de wereldtentoonstelling over de Reformatie hoopt daarmee de bezoekcijfers van het evenement op te krikken.[1]
     De reguliere Poolse zielenzorg dateert uit 1947. De Poolse diensten in de Haagse Teresiakerk worden sinds 2005 gehouden. Eerst als onderdeel van de parochie in Rotterdam, sinds twee jaar vallen ze onder een eigen Haagse parochie.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Tegenvallende bezoekersaantallen wereldtentoonstelling Reformatie Wittenberg” (20-07-2017), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron
    Ad Ermstrang
    “Steeds meer Poolse rooms-katholieke diensten in Nederland” (19-11-2018), Reformatorisch Dagblad