ziekteverlof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekteverlof ziekteverloven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ziekteverlofo

  1. vrijgesteld zijn van een verplichting (meestal gaat het om betaald werk) omdat men ziek is
    • Dit ministerie concentreerde zich onder Obama vooral op het tegengaan van economische ongelijkheid door het uitbreiden van de rechten van werknemers. Obama nam onder andere maatregelen ten gunste van gelijke betaling van mannen en vrouwen, verplichtte bedrijven die voor de overheid werken tot het geven van getaald ziekteverlof en probeerde de voorwaarden voor betaald overwerk te verruimen. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Maartje Somers 13 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be