ziekenhuisterrein
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·ter·rein
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en terrein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuisterrein | ziekenhuisterreinen |
verkleinwoord | ziekenhuisterreintje | ziekenhuisterreintjes |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuisterrein o
- het totale terrein waar een ziekenhuis op staat.
- Op het ziekenhuisterrein bevindt zich een ambulancepost.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuisterrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.