ziekenhuisbezoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·be·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekenhuis en bezoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenhuisbezoek | ziekenhuisbezoeken |
verkleinwoord | ziekenhuisbezoekje | ziekenhuisbezoekjes |
Zelfstandig naamwoord
het ziekenhuisbezoek o
- het bezoek dat de zieke verblijvende in het ziekenhuis komt opzoeken.
- Het ziekenhuisbezoek mag langskomen tussen 12 uur en 2 uur tijdens het bezoekuur.
Gangbaarheid
- Het woord ziekenhuisbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.