zeurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeurden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzørdə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈzʏːr.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈzøːr.də(n)/
- (Limburg): /ˈzøːr.də(n)/
Woordafbreking
- zeur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeuren |
zeurden
- meervoud verleden tijd van zeuren
- Wij zeurden.
- Jullie zeurden.
- Zij zeurden.
- Wij zeurden.