zestiger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·ti·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van zestig met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord zestiger zestigers
verkleinwoord zestigertje zestigertjes

Zelfstandig naamwoord

de zestigerm

  1. iemand met een leeftijd tussen de 60 en 70 jaar
    • Het entreekaartje voor het museum is voor zestigers twintig procent goedkoper. 
     Het was een eigenaardige zestiger met een Chriet Titulaer-baard, gehuld in een rok.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be