zelfverlossing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ver·los·sing
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en verlossing zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfverlossing | zelfverlossingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfverlossing v
- zichzelf bevrijden van de gebondenheid aan het materiële, het aardse
- ▸ Van Os' woorden indachtig is het toch echt een feit dat de confrontatie met een meesterwerk van Rothko ons kan meevoeren naar verten van - nee, niet van zelfvertedering of zelf-felicitatie, maar van zelfvergetelheid en zelfverlossing.[1]
- ▸ Ook het contrast van het jodendom als ”religie van zelfverlossing” met de boodschap van rechtvaardiging door genade is een ontoelaatbare versmalling.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zelfverlossing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Arno Haijtema“Oog in oog met die Rothko's was ik weerloos” (9 september 2015), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Prof. dr. M. J. Paul“Het Nieuwe Testament in twintig thema’s” (10-10-2019), Reformatorisch Dagblad