zelfontwikkeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ont·wik·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfontwikkeling zelfontwikkelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfontwikkelingv

  1. het zichzelf verbeteren
     Maar ik wil in de toekomst graag meer verdienen. Daarom ben ik ook actief bezig met zelfontwikkeling. Zowel op persoonlijk als zakelijk vlak. Nu ben ik medewerker en het is wel de bedoeling dat ik manager word.[2]
     Variatie in het werk is daarnaast van belang, stelt Collard. ,,Veertig uur per week precies hetzelfde werk doen wordt monotoon en is te veel. We hebben afgesproken dat we vier dagen in de week ons ‘gewone’ werk doen en een dag reserveren voor zelfontwikkeling.’’[3]
     ,,Het geheim van haar succes ligt niet enkel in haar onaardse schoonheid, maar ook in haar werkijver en haar voortdurende zelfontwikkeling, ondanks haar jonge leeftijd.”[4]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “'Mam, ik ga later zoveel verdienen dat ik elke avond uit eten kan'” (21-06-2018), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Priscilla van Agteren
    “Vier dagen werken, vijf betaald krijgen: werkt dat ook in Nederland?” (17-04-2019), Tubantia
  4. Bronlink Weblink bron “Dit meisje (6) wordt het ‘mooiste kind ter wereld’ genoemd” (15 okt. 2019), Tubantia