zandschilderde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zand·schil·der·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zandschilderen |
zandschilderde
- enkelvoud verleden tijd van zandschilderen
- Ik zandschilderde.
- Jij zandschilderde.
- Hij, zij, het zandschilderde.
- Ik zandschilderde.