zandschilderde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·schil·der·de

Werkwoord

vervoeging van
zandschilderen

zandschilderde

  1. enkelvoud verleden tijd van zandschilderen
    • Ik zandschilderde. 
    • Jij zandschilderde. 
    • Hij, zij, het zandschilderde.