zandschilder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·schil·der

Werkwoord

vervoeging van
zandschilderen

zandschilder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zandschilderen
    • Ik zandschilder. 
  2. gebiedende wijs van zandschilderen
    • Zandschilder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zandschilderen
    • Zandschilder je?