wolmaniseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wol·ma·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
wolmaniseren

wolmaniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolmaniseren
    • Jij wolmaniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolmaniseren
    • Hij wolmaniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wolmaniseren
    • Wolmaniseert!