wolmaniseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wol·ma·ni·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wolmaniseren |
wolmaniseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolmaniseren
- Jij wolmaniseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolmaniseren
- Hij wolmaniseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wolmaniseren
- Wolmaniseert!