wolft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wolft

Werkwoord

vervoeging van
wolven

wolft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolven
    • Jij wolft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wolven
    • Hij wolft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wolven
    • Wolft!