woestijnbewoner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woes·tijn·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woestijnbewoner | woestijnbewoners |
verkleinwoord | woestijnbewonertje | woestijnbewonertjes |
Zelfstandig naamwoord
de woestijnbewoner m
- mens, dier of plant die woonachtig is in de woestijn
- Een donkere man met kort gekapt grijs haar en de vormloze gewaden van een woestijnbewoner liep naar voren.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord woestijnbewoner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Heerser, Rivaal, Banneling (Over Kronen en Glorie—Boek 7), Morgan Rice, 2019