wintersportoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ter·sport·oord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wintersportoord wintersportoorden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wintersportoordo

  1. plaats waar men kan skien
     Komende maandag is er weer zo'n fotosessie in het Oostenrijkse Lech, waar de koninklijke familie als vanouds haar wintersportvakantie houdt. Een kleine twee weken geleden poseerde kroonprins Frederik van Denemarken in het Zwitserse wintersportoord Verbier voor de pers. Dat was vóór de aanslagen in Kopenhagen.[1]
     Het is een bont gezelschap dat vanaf vandaag bijeen is in Davos. Het Zwitserse wintersportoord is het decor van het World Economic Forum, het jaarlijkse nieuwjaarsfeestje van de mondiale elite. Captains of industry, politici -onder wie premier Rutte en de ministers Dijsselbloem en Ploumen- wetenschappers, Hollywoodsterren -Goldie Hawn, Matt Damon-, activisten -Al Gore-, bankiers.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “Dreiging aanslag vergroot afstand tot koninklijke familie” (Zaterdag 21 februari 2015, 09:08), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Mondiale elite weer bijeen in Davos” (Woensdag 21 januari 2015, 15:15), NOS