wijsmaakten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijsmaakten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijs·maak·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wijsmaken |
wijsmaakten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wijsmaken
- ...dat wij wijsmaakten.
- ...dat jullie wijsmaakten.
- ...dat zij wijsmaakten.
- ...dat wij wijsmaakten.