werkonbekwaamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·on·be·kwaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkonbekwaamheid werkonbekwaamheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de werkonbekwaamheidv

  1. het niet in staat zijn om de voor iemand normale arbeid te verrichten
    • De psychosociale dienst van bpost ving 2017 67 postbodes op met hulp en bijstand. In de eerste helft van 2018 ging het om 25 personen. In de periode van 2017 tot en met het eerste semester van 2018 was dergelijke agressie in 81 gevallen oorzaak van werkonbekwaamheid. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen