werd gewaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werd ge·waar
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gewaarworden

werd gewaar

  1. enkelvoud verleden tijd van gewaarworden
    • Ik werd gewaar. 
    • Jij werd gewaar. 
    • Hij, zij, het werd gewaar. 


Gangbaarheid