wedstrijdverband
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wed·strijd·ver·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijdverband | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het wedstrijdverband o
- in de situatie van een sportieve wedstrijd
- ▸ Hij zwemt nog steeds drie keer per week, een old boys-team, maar slechts zelden in wedstrijdverband.[2]
- ▸ Vanwege het vervallen van de EK shorttrack in het Duitse Dresden heeft de Nederlandse shorttrackbond de tweede Invitation Cup van het seizoen georganiseerd. Dat wordt voor Melle van 't Wout ook meteen de laatste kans om zichzelf in wedstrijdverband te laten zien.[3]
Gangbaarheid
- Het woord wedstrijdverband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Schulting laat NK shorttrack schieten vanwege lichte liesklachten” (VR 31 DECEMBER 2021), NOS