waggelbeent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waggelbeent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wag·gel·beent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waggelbenen |
waggelbeent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waggelbenen
- Jij waggelbeent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waggelbenen
- Hij waggelbeent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waggelbenen
- Waggelbeent!