waarschuwende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- waar·schu·wen·de
Werkwoord
vervoeging van: | waarschuwen |
waarschuwende
- verbogen vorm van waarschuwend, het onvoltooid deelwoord van waarschuwen
Bijvoeglijk naamwoord
waarschuwende
- verbogen vorm van de stellende trap van waarschuwend
- ▸ Het was zo'n onschuldige opmerking dat van iedereen in de kamer alleen Oscar en Ingeborg onraad vermoedden en elkaar snel een waarschuwende blik toewierpen.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691