vulden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vulden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvʏldə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vʏɫdə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vɵldə(n)/
Woordafbreking
- vul·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vullen |
vulden
- meervoud verleden tijd van vullen
- Wij vulden.
- Jullie vulden.
- Zij vulden.
- Wij vulden.