vuilnisophaler

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vuilnisophaler
Uitspraak
Woordafbreking
  • vuil·nis·op·ha·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilnisophaler vuilnisophalers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vuilnisophalerm

  1. (beroep) iemand die werkt bij een reinigingsdienst en vuilnis dat op straat verzameld staat in een vuilniswagen laadt
    • Uiteindelijk was het de vrouwelijke vuilnisophaler die, zeven minuten nadat Yueyue was aangereden door het eerste busje, hulp bood. Ze probeerde het meisje rechtop te krijgen, maar dat lukte niet omdat Yueyue verlamd was. Vervolgens verplaatste ze het kind naar de zijkant van de weg. Daar riep de vrouw om hulp, hierop reageerde de moeder van het kind die vervolgens haar dochter in de armen nam. [2] 
    • De vuilnisophaler zei dat hij nooit eerder een doodskist bij het grofvuil had aangetroffen. ,,Wel heel vreemd dat ie zo buiten staat", verklaarde de man tegenover de verslaggever. Volgens de stadsreinigingsmedewerker lag er onder de rommel in de kist geen lijk. ,,We hebben even gekeken." [3] 
    • Het is niet de eerste keer dat het Gentse stadsbestuur overgaat tot een opvordering van de vuilnisophalers. Hetzelfde gebeurde tijdens een dagenlange staking bij Ivago in 2015. Burgemeester Daniël Termont vreesde ‘de uitbraak van epidemieën in zijn stad’. ‘Ik ben als burgemeester verantwoordelijk voor de veiligheid en de volksgezondheid in mijn stad’, zei hij toen. Ook in 2003 werden al eens stakende vuilnisophalers opgevorderd. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen