volhardt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·hardt

Werkwoord

vervoeging van
volharden

volhardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volharden
    • Jij volhardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volharden
    • Hij volhardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van volharden
    • Volhardt!