vlieg omhoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg om·hoog
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omhoogvliegen |
vlieg (...) omhoog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogvliegen
- Ik vlieg omhoog.
- gebiedende wijs van omhoogvliegen
- Vlieg omhoog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogvliegen
- Vlieg je omhoog?